Waarderingskamer

01 WOZ Journaal Maart 2018

Nieuwsbrief Waarderingskamer over de Wet Waardering Onroerende Zaken

Het bekend maken van de nieuwe WOZ-waarden is in de meeste gemeenten weer achter de rug. Belanghebbenden zijn steeds meer gewend aan hun jaarlijkse WOZ-bericht en vragen soms ongeduldig waar de nieuwe waarde blijft. Het is ook duidelijk dat we steeds meer gewend raken aan de digitale kanalen. Het aanslagbiljet komt in de Berichtenbox op MijnOverheid, de WOZ-waarden en het taxatieverslag bekijken we in "Persoonlijke Gegevens" van MijnOverheid (ook makkelijk voor het invullen van het aangiftebiljet, want dan heb je de waarde van vorig jaar nodig) en daarna controleren we op het WOZ-waardeloket of de waarde klopt met de waarde van de buren.

Van 357 gemeenten verloopt het bekend maken van de nieuwe WOZ-waarden aan het waterschap, de Belastingdienst en het CBS inmiddels volledig via de Landelijke Voorziening WOZ (LV WOZ). Via MijnOverheid kunnen belanghebbenden de gegevens in de LV WOZ ook zelf raadplegen en van deze gemeenten zijn de WOZ-waarden van woningen ook zichtbaar in het WOZ-waardeloket. Voor sommige gemeenten vergt het tijdig en correct uitwisselen van gegevens met de LV WOZ nog wel aandacht. De verwachting is dat rond de zomer ook de de resterende 23 gemeenten hun aansluiting op de LV WOZ en daarmee op het WOZ-waardeloket voor elkaar hebben.

Uitvraag LV WOZ

De Landelijke Voorziening WOZ (LV WOZ) is de bron voor WOZ-gegevens voor Belastingdienst, waterschap en CBS. Op basis van de nieuwe WOZ-waarden willen waterschappen zo snel mogelijk hun aanslagen opleggen en het CBS moet een betrouwbare (voorlopige) belastingcapaciteit voor iedere gemeentevaststellen. Daarom is het van groot belang dat de gegevens in de LV WOZ tijdig en volledig beschikbaar zijn. Dat verklaart ook de verantwoordelijkheid bij de bronhouder (de gemeente of de voor de gemeente werkende uitvoeringsorganisatie) om ervoor te zorgen dat de LV WOZ steeds een conforme kopie is van de gemeentelijke WOZ-administratie.

Om te bewaken of de kopie in de LV WOZ klopt, kunnen gemeenten gebruik maken van de tellingenrapporten. Die kunnen zij opvragen via MijnKadaster. Eventueel kunnen gemeenten ook massale gegevens uit de LV WOZ opvragen, wanneer zij een geconstateerd verschil nader willen onderzoeken.

Soms geeft een bronhouder aan dat men zelf "onvoldoende vertrouwen" heeft in de gegevens in de LV WOZ en dat men daarom nog graag zelf bijvoorbeeld een Stuf-CAP wil sturen aan het CBS. Zowel de afnemers, waaronder CBS, als de Waarderingskamer wijzen dit soort verzoeken af. Het is voor een afnemer immers veel extra werk om voor een bepaalde gemeente gegevens te verwerken uit een andere bron.

Maar ook voor de bronhouder zelf is het effectiever om de energie niet te richten op het inrichten van een aparte gegevensstroom voor een bepaalde afnemer, maar om te zorgen dat de gegevens in de LV WOZ correct en actueel zijn. Immers van correcte gegevens in de LV WOZ profiteren alle afnemers en deze gegevens zijn ook direct zichtbaar voor belanghebbenden via MijnOverheid en via het WOZ-waardeloket.

Gebruik status gevormd, niet actief in de LV WOZ

In toenemende mate leggen gemeenten in hun WOZ-administratie WOZ-objecten vast met de status "gevormd, niet actief". Op deze manier kan men bijvoorbeeld relaties met BAG-objecten vastleggen, terwijl het object fysiek nog niet gebouwd is en dus ook nog niet getaxeerd kan worden.

Vanuit de volledige koppeling met de BAG is deze ontwikkeling toe te juichen. Het doel is immers dat elk verblijfsobject in de BAG en elk "pand, zonder verblijfsobject" gekoppeld is aan minstens één WOZ-object. Door ook verblijfsobjecten met de status "vergunning verleend" direct te koppelen aan een WOZ-object kan men het doel van 100% BAG-WOZ koppeling bereiken en controleren.

Het WOZ-object met de status "gevormd, niet actief" maakt het eenvoudiger om de volledigheid van de administratie te bewaken. Het is dan ook nog niet nodig dat bijvoorbeeld voor dit object al belanghebbenden worden geregistreerd. Het is echter zeker niet de bedoeling dat voor een object met deze status al een waarde wordt vastgesteld. Voordat er een waarde vastgesteld kan worden voor een WOZ-object, zal dit object eerst de status "actief" moeten krijgen.

Geconstateerd wordt echter dat de toename van het gebruik van de status "gevormd, niet actief" ook betekent dat er meer WOZ-objecten in de LV WOZ staan geregistreerd, waar ten onrechte toch een waarde voor wordt vastgesteld. Een object met deze status en een waarde geeft problemen bij de afnemers. We willen daarom alle bronhouders vragen in hun eigen applicatie of werkproces na te gaan hoe het mogelijk is dat er taxaties worden verricht en WOZ-beschikkingen worden vastgesteld voor WOZ-objecten met de status "gevormd, niet actief".

Ter voorkoming van problemen bij de afnemers gaan we bij de LV WOZ een controle toevoegen dat het in de LV WOZ opnemen van een waarde bij een WOZ-object met de status "gevormd, niet actief" onmogelijk wordt. Dit betekent dat daar een aparte foutmelding voor zal worden gedefinieerd. Maar dit kan alleen voorkomen dat de waarde in de LV WOZ wordt opgenomen en wordt geleverd aan de afnemers. De bronhouders zullen er zelf in hun werkprocessen voor moeten zorgen dat eerst de status wordt omgezet (en deze wijziging wordt geleverd aan de LV WOZ), voordat men met de taxatie en de waardevaststelling begint.

Objectafbakening energienetwerken

energie

Wij hebben de afgelopen periode opnieuw vragen gekregen over de afbakening van energiedistributienetwerken. Bij de meeste gemeenten zijn de trafo's en distributiestations nog allemaal geregistreerd als losse WOZ-objecten. Volgens de taxatiewijzer nutsvoorzieningen moeten deze trafo's etc. nu allemaal samengevoegd worden in één WOZ-object. In verband met de hoeveelheid werk die dit vergt (een WOZ-object met zoveel WOZ-deelobjecten is vaak niet erg overzichtelijk meer) vragen gemeenten zich af waarom dit nu eigenlijk moet. Daarom zetten we het onderwerp nog even op een rijtje:

1.    Belanghebbenden van energiedistributienetwerken hebben in het kader van de energiebelastingen een fiscaal voordeel, wanneer het gehele netwerk als één WOZ-object wordt gezien. Voor de WOZ-waarde en de OZB-aanslag maakt het niet uit of er sprake is van een heleboel aparte objecten die afzonderlijk op het aanslagbiljet staan of één aanslagregel voor het gehele distributienetwerk.

2.    Inhoudelijk hebben we op basis van regelgeving en jurisprudentie geconstateerd dat een energiedistributienetwerk binnen een gemeente voor de WOZ gezien moet worden als één onroerende zaak, omdat het een samenstel vormt. Er is voor het gehele netwerk immers sprake van één eigenaar en één gebruiker. Belangrijk argument is dat er sprake is van één netwerk dat als zodanig wordt geëxploiteerd. De trafo's zijn in wezen dienstbaar aan dit netwerk en hebben zelfstandig geen betekenis. De verbondenheid van de trafo's door de energiekabels is daarom van groot belang voor dit samenstel, ook al worden die kabels zelf bij de waardebepaling op grond van de werktuigenvrijstelling buiten aanmerking gelaten. Wanneer elke trafo nog als afzonderlijk WOZ-object wordt afgebakend, is dat dus een onjuiste uitvoering van de Wet WOZ, rekening houdend met de huidige stand van de jurisprudentie.

3.    Net als in het verleden moet de gemeente het volledige netwerk in beeld hebben en dus alle trafo's, distributiestations, etc. in de administratie hebben staan. Voor het taxeren van het gehele netwerk, spelen deze componenten (WOZ-deelobjecten) nog steeds een belangrijke rol, omdat elk WOZ-deelobject afzonderlijk op basis van de taxatiewijzer van een waarde voorzien moet worden. Wanneer gemeenten niet alle trafo’s en onderdelen in beeld hebben, leidt dit tot een te lage waarde voor het WOZ-object (energiedistributienetwerk). De volledigheid van de administratie is dus net als in het verleden nog steeds van belang. Het afstemmen van de gemeentelijke administratie met de beheerder van het energiedistributienetwerk kan helpen bij het volledig en actueel houden van de gemeentelijke administratie.

4.    Met de Belastingdienst is afgesproken dat belastingplichtigen niet de dupe mogen worden van het feit dat op dit moment nog niet alle gemeenten hun WOZ-objectafbakening aangepast hebben aan deze jurisprudentie. Daarom hanteert de Belastingdienst in afwijking van normale werkprocessen voor de energiebelasting nu al het uitgangspunt dat een energiedistrubutienetwerk één WOZ-object is. De normale werkprocessen van de Belastingdienst zijn er immer op gericht dat zij altijd de WOZ-objectafbakening, zoals de gemeente die levert aan de LV WOZ, volgt. Dit afwijkende werkproces is bedoeld als tijdelijk en vergt natuurlijk wel extra werk aan de kant van de Belastingdienst en vaak ook in overleg met de belanghebbende. Dit is acceptabel voor een overgangsperiode, maar dat mag natuurlijk niet te lang duren. Daarom denken wij dat een overgangsperiode van ongeveer twee jaar voldoende moet zijn om ervoor te zorgen dat alle gemeenten wel deze objecten correct in de WOZ-administratie hebben staan. Het correct maken van deze objectafbakening is dus direct van belang voor de Belastingdienst en belanghebbenden.

5.    We verwachten dat door het beleid van de Belastingdienst belanghebbenden nu geen bezwaar zullen maken tegen de objectafbakening en de waardering van de trafo’s etc. Immers door de soepele houding van de Belastingdienst is er geen direct fiscaal belang voor hen. Maar we kunnen niet uitsluiten dat een dergelijk bezwaar wel wordt gemaakt. In dat geval zal de gemeente alsnog alle aanslagen voor de afzonderlijke trafo’s moeten vernietigen en een beschikking en aanslag verzorgen voor het complete distributienetwerk. Daarom denken wij dat het verstandig is niet te lang te wachten met het correct afbakenen en administreren van het energiedistributienetwerk. 

Praktische ervaringen bij het overgaan op gebruiksoppervlakte

Tijdens de VNG belastingconferentie op 12 en 13 maart in Arnhem hebben Frank Buurman van de Regionale Belastinggroep (RBG) en Maarten de Groot van de gemeente Breda tijdens twee workshops hun ervaringen met het overgaan op het taxeren van woningen op basis van de gebruiksoppervlakte gedeeld. Omdat niet iedereen in de gelegenheid was om hierbij te zijn, herhalen wij graag de kern van hun verhaal.

In ons WOZ-journaal van augustus 2017 staat een beschrijving van de werkwijze van de gemeente Breda. In dit WOZ-journaal gaan we daarom nader in op de werkwijze van de RBG en hun ervaringen met de gekozen aanpak. Frank Buurman vertelt: "Toen wij in 2016 het bericht ontvingen dat de Waarderingskamer had besloten dat op termijn alle WOZ-taxaties van woningen op basis van de gebruiksoppervlakte moet worden verricht, was dat wel even schrikken." Desondanks zijn we snel begonnen met het opstellen van een plan van aanpak. Het gaat bij de RBG immers om ongeveer 130.000 woningen. Onderdeel daarvan was het onderzoeken welke technische hulpmiddelen we konden gebruiken.

Een overweging bij het selecteren van een werkwijze, was dat we echt wilden dat deze overgang zou bijdragen aan de kwaliteit van onze gegevens. We wilden daarom graag alle woningen opnieuw inmeten vanaf de bouwtekeningen. Maar de vraag was of dit streven wel uitvoerbaar was binnen de gestelde tijd en voor acceptabele kosten. Om een goede inschatting te kunnen maken van de tijd die deze werkwijze zou kosten, zijn de technisch consulenten van de RBG begonnen met het verzamelen en inmeten van bouwtekeningen. Deze bouwtekeningen zijn deels digitaal en deels analoog uit de gemeentelijke archieven verkregen. Op basis van de eerste metingen is een schatting gemaakt van de totale benodigde capaciteit. Al snel bleek dat het, binnen de vijf jaar die ervoor gegeven is,  haalbaar was om daadwerkelijk alle woningen opnieuw in te meten en dat weinig externe ondersteuning noodzakelijk was. Dit was mogelijk, omdat de organisatie al ieder jaar de objectkenmerken van ruim 20% van de WOZ-objecten controleert. Wel krijgen de vier technische consulenten van de RBG voor het inmeten van de woningen ondersteuning van drie stagiairs die werkervaring opdoen naast een deeltijdopleiding. Ook heeft de organisatie (beperkt) slim ingehuurd. Nu, ongeveer een jaar nadat begonnen is met het project, is van meer dan 60% van alle woningen de gebruiksoppervlakte al ingemeten.

De RBG gaat nu van één van haar deelnemende gemeenten de woningen volgend jaar op basis van de vierkante meters waarderen. Dan kan men ook met deze fase van de overgang ervaring opdoen. Naast het opwerken van de gegevens zijn taxeren en communicatie met belanghebbenden immers de volgende stappen in de totale overgang naar taxeren van woningen op de gebruiksoppervlakte.

Hoewel vooraf bij de RBG het beeld bestond dat de kwaliteit van de objectenregistratie, waaronder de gegevens over de grootte van de woningen, goed was, bleek al snel dat de inventarisatie van de gebruiksoppervlakte ook leidde tot aanpassing van andere objectkenmerken. Doordat parallel aan het inmeten direct ook andere objectkenmerken worden gecontroleerd aan de hand van onder andere luchtfoto’s, vindt een volledige optimalisatieslag plaats. Hierbij worden bijvoorbeeld veel aanbouwen, dakkapellen en dergelijke gesignaleerd.

"Als samenwerkingsverband dat wel de WOZ werkzaamheden, maar niet de BAG werkzaamheden uitvoert, moesten we bijzondere aandacht geven aan de relatie tussen deze twee basisregistraties. Frank Buurman: "Je wilt natuurlijk voorkomen dat de oppervlakte die we in de WOZ registreren niet aansluit op het gegeven in de BAG. Daarom hebben we afspraken gemaakt met de BAG afdelingen van onze drie deelnemende gemeenten over hoe we terugmeldingen zouden doen. Doordat wij in ongeveer drie jaar tijd van alle objecten de kenmerken controleren en de oppervlakte opnieuw meten, kan ook de kwaliteit van de BAG enorm toenemen. Goede afstemming met de BAG heeft er toe geleid dat de BAG-afdelingen als het ware afnemer zijn geworden van onze diensten. Dat kost ze niets, maar daar staat tegenover dat zij zorgen voor een snelle en goede verwerking van onze terugmeldingen in de BAG."

Uitzondering waterverdedigingswerken

In het WOZ-journaal hebben wij eerder bericht over de jurisprudentie over de uitzondering voor waterverdedigingswerken bij de WOZ-taxaties. Op grond van deze jurisprudentie blijft de grond bij een woning of ander WOZ-object dat tevens de functie heeft van "waterverdedigingswerk" bij de waardebeling buiten aanmerking. In de praktijk wordt vaak met het begrip "dijkwoningen" verwezen naar deze jurisprudentie, maar de jurisprudentie gaat verder dan alleen deze specifieke soort woningen.

Deze jurisprudentie heeft ertoe geleid dat dit jaar voor ruim 80.000 WOZ-objecten een lagere WOZ-waarde is vastgesteld dan de marktwaarde op de waardepeildatum 1 januari 2017. Eigenaren van deze objecten hebben dus in 2018 direct een lagere aanslag voor de onroerende-zaakbelastingen en ook een lagere bijtelling eigenwoningforfait.

Voor gemeenten en Belastingdienst bestaat hiervoor geen compensatie. Voor de OZB betekent dit in de praktijk dat de gederfde inkomsten opgebracht worden door de overige belastingplichtige in de gemeente. Voor waterschappen leidt deze jurisprudentie ook tot een lagere aanslag voor de watersysteemheffing gebouwd, maar wordt voor het desbetreffende object nu ook een aanslag watersysteemheffing ongebouwd opgelegd voor de "vrijgestelde vierkante meters".

Ambtshalve vermindering bij toepassing van de uitzondering voor waterverdedigingswerken

De vraag is of toepassing van de uitzondering voor waterverdedigingswerken naar waardepeildatum 1 januari 2017 ook kan leiden tot een ambtshalve vermindering van de WOZ-waarde van de desbetreffende onroerende zaak voor eerdere jaren. Dat kan ingeval de WOZ-waarde in eerdere jaren ten minste 20% lager is (met een minimum van € 5.000) dan de te hoog vastgestelde waarde (artikel 2 Uitvoeringsbesluit Wet WOZ). Wanneer deze drempels niet overschreden worden, kan ambtshalve vermindering voor eerdere jaren dan belastingjaar 2018 niet aan de orde zijn.

In het kader van de landelijke uniformiteit is het van belang de volgende uitgangspunten te hanteren.

Volgens de regelgeving is, ingeval ‘blijkt’ dat de waarde van een onroerende zaak in het kader van de Wet WOZ tot een te hoog bedrag is vastgesteld, de gemeenteambtenaar, belast met de heffing van gemeentelijke belastingen verplicht om deze te hoge waarde ambtshalve te verlagen.

Ingeval het gaat om toepassing van de uitzondering voor waterverdedigingswerken moet de belanghebbende daarvoor een gemotiveerd verzoek doen dat hij richt aan de gemeenteambtenaar, belast met de heffing van gemeentelijke belastingen van de gemeente waar de onroerende zaak is gelegen. Een verzoek om vermindering voor eerdere jaren heeft in beginsel alleen zin wanneer de uitzondering voor waterverdedigingswerken in 2018 voor het betreffende WOZ-object is toegepast. Of dat het geval is zal doorgaans blijken uit het taxatieverslag.

De maximale termijn waarover de vermindering kan worden toegepast is vijf jaar. De belanghebbende, die zijn bezwaartermijn in het verleden ongebruikt voorbij heeft laten gaan, dient in zijn verzoek voor ieder jaar overtuigend aan te tonen dat de waarde in het desbetreffende jaar tenminste 20% lager is dan de vastgestelde waarde. Dat hij dat voor ieder jaar moet vragen is een gevolg van het feit dat in eerdere jaren de regelgeving van het waterschap met betrekking tot de (omvang van de) waterverdedigingswerken (de kernzone in de keur van het waterschap) anders kan zijn.

Voorbeeld:

Vastgestelde waarde € 200.000, waardepeildatum 1 januari 2016.

De tekst van artikel 2 Uitvoeringsbesluit Wet WOZ "ten minste 20% lager dan de te hoog vastgestelde waarde" betekent dat alleen ambtshalve vermindering mogelijk is, wanneer bij toepassing van de uitzondering geconcludeerd wordt tot een "nieuwe waarde" van € 160.000 of minder (20% van € 200.000 = € 40.000).

Raadplegen WOZ-waardeloket

Zowel uit de gebruiksstatistieken als uit vragen blijkt dat veel mensen het WOZ-waardeloket inmiddels goed weten te vinden. De openbaarheid van de WOZ-waarde wordt door veel gebruikers gewaardeerd. Toch blijkt uit vragen dat sommige gebruikers het nog lastig vinden om de gewenste informatie ook in het WOZ-waardeloket te vinden.

Voor de meeste gebruikers start het gebruik van het WOZ-waardeloket door na opening van de site links bovenin de postcode en het huisnummer van de eigen woning in te typen (postcode aan elkaar, dan spatie gevolgd door huisnummer). Men komt dan in de kaart van de eigen woonomgeving en ziet direct rechts ook de WOZ-waarde en enkele andere gegevens van de eigen woning. In deze kaart kan men dan ook gemakkelijk vergelijkbare woningen in de omgeving aanklikken om kenmerken en waarde te vergelijken. Natuurlijk kun je ook de postcode met huisnummer van een andere woning intypen, bijvoorbeeld, wanneer men zich oriënteert op de aankoop van een woning.

Om nog meer beeld te krijgen van de omgeving, kan men de kaart ook vervangen door een luchtfoto (keuze mogelijkheid rechts bovenin in de kaart).

Het WOZ-waardeloket is vooral bedoeld om gebruikers de mogelijkheid te bieden de WOZ-waarde te vergelijken met de WOZ-waarden van andere woningen. Maar soms weet men niet goed met welke woningen men nu het best een vergelijking kan maken. Om daarbij te helpen zijn de drie schuifbalken aan de linkerkant onder de aanduiding "filteren". Met deze schuifbalken kan men bijvoorbeeld aangeven dat men alle woningen in de omgeving wil zien met een bouwjaar tussen 1965 en 1970 of alle woningen met een WOZ-waarde tussen € 275.000 en € 300.000.

Hoewel men geen grote aantallen WOZ-waarden tegelijk mag opvragen uit het loket, is het gebruik onbeperkt. Men kan dus ook WOZ-waarden opvragen in hele andere delen van Nederland, bijvoorbeeld wanneer men geïnteresseerd is in het kopen van een woning elders en men iets meer van de woningwaarden in die regio te weten wil komen.

Maar wat nu als u uw woning niet kunt vinden in het WOZ-waardeloket, hoe kan dat? Daar kunnen verschillende redenen voor zijn:

  • uw woning heeft ook een bedrijfsdeel, zodat u OZB betaalt als "niet-woning";
  • uw woning is nieuwbouw en is nog niet als woning in de administratie van de gemeente opgenomen;
  • uw gemeente heeft de gegevens nog niet geleverd aan de Landelijke Voorziening WOZ waaruit het WOZ-waardeloket de gegevens haalt;
  • uw woning heeft geen officieel adres volgens de Basisregistratie adressen en gebouwen (BAG). Dit kan met name het geval zijn bij recreatiewoningen op een recreatieterrein.
gebruik loket

De grafiek geeft het aantal bezoekers per dag. De intensiteit van gebruik neemt duidelijk toe op de momenten dat belanghebbenden de nieuwe WOZ-waarden ontvangen (eind januari
tot eind februari met een duidelijke piek rond 28 februari). Rond de WOZ-beschikkingen
begin 2018 is het gebruik van het WOZ-waardeloket opgelopen tot 35.000 bezoekers per dag. In de eerste twee maanden van 2018 resulteert dit in bijna 800.000 bezoekers in totaal. Maar ook buiten deze periode is sprake van circa 5.000 bezoekers per dag, maar in het weekend ligt het aantal bezoekers significant lager.

Koppeling Mijn Overheid en LV WOZ

Sinds 18 december 2017 is MijnOverheid rechtstreeks aangesloten op de Landelijke Voorziening WOZ (LV WOZ). Iedereen die inlogt op MijnOverheid kan in de rubriek "Persoonlijke Gegevens" de WOZ-waarden zien van de objecten waarvoor hij als belanghebbende staat geregistreerd in de LV WOZ. Dat geldt voor eigenaren en ook voor huurders.

Dit kan bijvoorbeeld handig zijn, wanneer iemand bij het invullen van het aangiftebiljet de WOZ-waarde van vorig jaar wel gebruiken om de door de Belastingdienst ingevulde WOZ-waarde te controleren. Voor huurders van woningen kan het ook handig zijn, wanneer zij willen narekenen of de huur die men betaalt wel past binnen de "maximaal redelijke huur" volgens het woningwaarderingsstelsel.

Maar wanneer iemand via MijnOverheid de WOZ-waarde raadpleegt, heeft hij meestal ook de mogelijkheid om het taxatieverslag op te vragen. Dit taxatieverslag is niet opgenomen in de LV WOZ en MijnOverheid kan dit taxatieverslag dus niet uit de LV WOZ halen. MijnOverheid kan daarom alleen het taxatieverslag tonen, wanneer de desbetreffende gemeente ook zelf is aangesloten op MijnOverheid voor het tonen van het taxatieverslag. Ruim 300 gemeenten zijn voor dit doel aangesloten op MijnOverheid, dus de meeste belanghebbenden kunnen langs de weg van MijnOverheid ook hun taxatieverslag raadplegen.

In onderstaande grafiek is het aantal raadplegingen voor de WOZ op MijnOverheid aangegeven. Net als het WOZ-waardeloket voorziet het raadplegen van WOZ-gegevens via MijnOverheid dus duidelijk in een behoefte

WOZ-bevragingen MO

Benchmark vragenlijst 2017

De WOZ-benchmark geeft veel informatie over de uitvoering van de Wet WOZ en de kosten daarvan. Dat helpt deelnemers aan de benchmark bij het vergelijken met andere organisaties en daarmee bij het optimaliseren van de eigen werkprocessen. De WOZ-benchmark geeft ook veel andere gebruikers informatie over de uitvoering van de Wet WOZ.

Het bij elkaar brengen van deze informatie is alleen mogelijk, wanneer de deelnemers deze informatie ook aandragen, Daarom staat vanaf februari 2018 de vragenlijst over de uitvoeringskosten voor de Wet WOZ in 2017 op het gemeenteportaal van de Waarderingskamer klaar om in te vullen. We gaan ervan uit dat net als voorgaande jaren weer een groot aantal gemeenten en samenwerkingsverbanden deze vragenlijst invult. In deze vragenlijst kunnen organisaties zich opgeven voor een van de benchlearninggesprekken die ook dit jaar worden gehouden.

Wat de WOZ-benchmark u als organisatie brengt…

  • Krijg op een overzichtelijke wijze managementinformatie over uw organisatie. 
  • Vergelijk de gegevens van dit jaar met de gegevens van vorig jaar. 
  • Vergelijk uw gegevens met de gegevens van andere deelnemers in het dashboard WOZ-benchmark. De geactualiseerde gegevens van alle deelnemers zijn vanaf juli 2018 in dit dashboard beschikbaar. 
  • Doe mee aan bilaterale benchlearninggesprekken, die dit jaar voor de derde keer worden gehouden in het najaar van 2018. Als deelnemer kunt u zelf de organisatie kiezen waarmee u ervaringen op het WOZ-gebied wilt delen, of de Waarderingskamer kan u koppelen aan een vergelijkbare organisatie. 
  • Maak kennis met andere deelnemers in de jaarlijkse evaluatiebijeenkomst met de Commissie benchmarking van de Waarderingskamer, en deel uw ideeën over hoe dit benchmarkinstrument uw organisatie nog beter kan ondersteunen.

De benchmarkgegevens zijn voor iedereen beschikbaar. Vergelijken is mogelijk op basis van gemaakte kosten, maar ook op basis van algemene kengetallen van de gemeente (of samenwerkingsverband) en kengetallen die inzicht gegeven in de bereikte resultaten. Ook de wijze van organiseren van de werkzaamheden en de inzet van medewerkers komt in het dashboard WOZ-benchmark tot uitdrukking.

dashbord WOZ-benchmark