Waarderingskamer

02 WOZ Journaal (2021) April 2021

Nieuwsbrief Waarderingskamer over de Wet Waardering Onroerende Zaken

In deze nieuwsbrief geven we u een blik achter de schermen bij de Waarderingskamer. In 2021 nemen namelijk een aantal bekende gezichten afscheid van de Waarderingskamer. Dat is jammer, maar biedt ook kansen voor vernieuwing. Er liggen immers voldoende uitdagingen voor het WOZ-domein. De nieuwe secretaris-directeur van de Waarderingskamer geeft ons een beeld van deze vernieuwingen en uitdagingen.

Ervaringen eerste 100 dagen en interne organisatie Waarderingskamer

De redactie is voor dit WOZ-journaal bij secretaris-directeur Linda Hennink langs gegaan. In dit interview deelt Linda graag haar ervaringen uit de eerste 100 dagen bij de Waarderingskamer en haar visie op de toekomst.

“Op 14 september ben ik als de nieuwe secretaris directeur in dienst getreden bij de Waarderingskamer. Sindsdien heb ik veel aandacht besteed aan het opbouwen van een beeld over de Wet WOZ en de Waarderingskamer. Ik heb daarvoor gesproken met alle collega's van de Waarderingskamer, vele stakeholders van de Waarderingskamer en andere partijen uit de omgeving. Verder heb ik mijn beelden nader gevormd bij de dagelijkse uitvoering van de (wettelijke) taken van de Waarderingskamer. Mijn eerste 100 dagen waren immers precies de periode waarin we voor alle uitvoeringsorganisaties de kwaliteit van de nieuwe WOZ-waarden moesten controleren en de resultaten ook weer aan de colleges van gemeenten en besturen van uitvoeringsorganisaties hebben gemeld. Komend van buiten de wereld van de WOZ heb ik geprobeerd zo onbevangen mogelijk te luisteren, te onderzoeken en kritische vragen te stellen. Ik wil van deze gelegenheid gebruik maken om iedereen te bedanken voor de warme ontvangst.   

Het beeld na mijn eerste 100 dagen vormt uiteraard een van de bouwstenen op basis waarvan ik verder invulling wil geven aan mijn rol als secretaris van de Waarderingskamer en directeur van de organisatie. Maar een goed beeld van de rol van de Waarderingskamer kan natuurlijk niet bestaan zonder een adequaat inzicht in de betekenis van de Wet WOZ en de uitvoering van de verantwoordelijkheden die de Wet WOZ legt bij gemeenten en bij de Waarderingskamer. Om die reden heb ik ook deelgenomen aan een opleiding en het examen voor WOZ-medewerker. Ik kan het halen van dat examen aanbevelen aan iedereen die nieuw of alle vele jaren op één of andere wijze betrokken is bij de Wet WOZ.

Mijn schets voor de toekomst wil ik samenvatten in vier hoofdlijnen die ik zie voor de doorontwikkeling van de Waarderingskamer als toezichthouder.

Ten eerste de toekomstige strategie. We leven in een tijdgeest van verbinding en digitalisering. Een integraal stelsel van basisregistraties sluit daarbij goed aan. Zeker de geo- basisregistraties zijn daarbij duidelijk in ontwikkeling, denk maar aan de Samenhangende Objectenregistratie. De WOZ-uitvoering zal steeds meer verweven raken met de bijhouding en de kwaliteitszorg voor deze geo-registraties. In veel gemeenten en uitvoeringsorganisaties is al sprake van integratie van werkzaamheden en/of toenemende samenwerking. Ook de Waarderingskamer wil daaraan graag haar bijdrage leveren. Wij zullen dan ook onze expertise op het terrein van de WOZ en op het terrein van kwaliteitszorg en toezicht graag inbrengen bij deze ontwikkeling. Daarnaast zullen wij als toezichthouder ons permanent blijven richten op kwaliteitsverbetering. Belanghebbenden hebben er recht op dat een overheid (niet alleen bij de WOZ-taxaties) werkt met de juiste, herkenbare gegevens die overeenkomen met de “straat”-werkelijkheid.

Ten tweede is het goed om als Waarderingskamer naast de wettelijke taken en de bestaande inrichting van ons toezicht op de WOZ-uitvoering aandacht te hebben voor nieuwe vormen van toezichthouden waarbij cultuur, transparantie en leiderschap dominante begrippen zijn. Dit wordt ook wel samengevat als “modern toezicht”. Deze ontwikkeling van modern toezicht sluit nauw aan op de huidige brede discussie over de inrichting van de overheid en de controlerende rol van bijvoorbeeld de Tweede Kamer. Om ons te laten inspireren bij de uitwerking van dit thema kijken we nadrukkelijk ook buiten het WOZ-domein en gaan we ook te rade bij wetenschappers op het terrein van toezicht in de publieke sector.

Als derde zal evenwichtig aandacht worden besteed aan de diverse reguliere beleidsonderwerpen die op het WOZ-domein af komen. Gedacht kan hierbij worden aan onder andere onderwerpen op het terrein van vastgoed, zoals verduurzaming, omgaan met funderingsproblematiek en energietransitie, onderwerpen op het terrein van vakbekwaamheid zoals de inzet van artificial intelligence en machine learning bij (kwaliteitszorg van) modelmatig taxeren, en ook heel specifieke WOZ-onderwerpen zoals de invloed van covid-19 op de WOZ-waarde en samenstelverklaringen in het kader van de energiebelastingen. Deze onderwerpen vragen de nodige aandacht en vergen een afgewogen prioritering.

Als vierde lijn kijk ik naar de vernieuwing van de organisatie van de Waarderingskamer. De Waarderingskamer is een kleine, compacte organisatie met een grote slagkracht. Relatief veel werk wordt verzet door een gering aantal collega’s. Er is een enorme betrokkenheid en gedrevenheid van een ieder en ook met inzet van en in samenwerking met onze stakeholders wordt de jaarlijkse cyclus van toezichthouden vorm gegeven. Deze betrokkenheid en gedrevenheid heb ik ook ontmoet bij diverse andere organisaties in het WOZ-domein. De Waarderingskamer is een kennisintensieve organisatie en daarmee een expertise centrum op het WOZ-domein.

Aandachtspunt daarbij is de kwetsbaarheid van een kleine organisatie. Die kwetsbaarheid is zeker een aandachtspunt op het moment dat binnen een korte periode enkele gewaardeerde collega's de Waarderingskamer gaan verlaten. Door kennis te delen en verder te verbreden onder collega’s en met andere stakeholders in onze omgeving, zullen we de kwetsbaarheid verkleinen en hebben we er vertrouwen in dat met het investeren in nieuwe collega's de Waarderingskamer ook de komende uitdagingen goed aan kan.

Als nieuwe collega hebben we recentelijk Maartje Hooijmans mogen verwelkomen. Een ervaren collega afkomstig vanuit het samenwerkingsverband GBTwente. Verderop in dit WOZ-journaal kunt u nader kennismaken met Maartje. Zij volgt onze collega/inspecteur Hans Smit op die aan het eind van dit kwartaal met pensioen gaat. In het volgende WOZ-journaal zal de redactie een afscheidsinterview met Hans houden.

Ook zal één van de leden van het managementteam, Casper Remmers, per 1 juli 2021 met pensioen gaan. Zijn vertrek biedt de gelegenheid een goede balans te creëren tussen de portefeuilles binnen het managementteam gericht op de geschetste toekomstige uitdagingen. Naast de rol van de secretaris-directeur hebben we dan in het managementteam de portefeuille "Strategische ontwikkeling en Innovatie" en de portefeuille "Modern Toezicht".

Ruud Kathmann zal vanaf 1 juli 2021 de portefeuille Strategische ontwikkeling en Innovatie vervullen. Onze collega Ivo Lechner zal per 1 juli 2021 doorstromen naar de portefeuille Modern toezicht. Daarmee is dit managementteam compleet en klaar voor de toekomstige uitdagingen

Het managementteam zal zich als geheel laten ondersteunen door een bestuurssecretaris, eveneens een mooie nieuwe rol voor onze zeer gewaardeerde collega, Peter van Erk.

Binnenkort hopen we dat via dit WOZ-journaal meer nieuwe collega's zich komen voorstellen. De procedures voor deze nieuwe collega's zijn in verschillende stadia. In het volgende WOZ-journaal in ieder geval eerst enkele afscheidsinterviews met Hans Smit, Caspar Remmers en ook met Ben Bervoets die zijn ervaring gaat inzetten bij een andere organisatie.

Kortom: prachtige uitdagingen liggen voor ons om op te pakken in het WOZ-domein met een mooi team van zeer gewaardeerde collega’s!"

Kennismaking Maartje Hooijmans

Maartje Hooijmans

In dit WOZ-journaal maken we kennis met een nieuwe collega binnen de Waarderingskamer. Maartje Hooijmans sinds 1 maart 2021 bij de Waarderingskamer als senior inspecteur.

Wie is Maartje?

"Ik ben 37 jaar, 10 jaar samen met mijn partner en de trotse moeder van Thijs. Op dit moment gaat veel vrije tijd op aan het klussen in huis en het werken in de tuin , maar natuurlijk ook aan de kleine natuurlijk. Als het weer mag en kan, zijn korte tripjes in Nederland of Europa ook favoriet. Een andere hobby, fotograferen, ligt op dit moment een beetje stil."

En hoe ziet de ‘carrière’ van Maartje er tot nu toe uit?

"In 2000 startte ik met de opleiding makelaardij en werkte ik naast mijn studie parttime bij een makelaarskantoor. Toen ik de opleiding makelaardij succesvol had afgerond in 2003 startte ik bij adviesbureau Thorbecke als WOZ-taxateur. Vervolgens behaalde ik mijn vaktest als makelaar en was op dat moment één van de jongste makelaars van Nederland. Na ongeveer vijf jaar maakte ik de overstap naar de bedrijfsmakelaardij.

In 2009 startte ik als docent WOZ bij KPE en daarnaast bij de gemeente Venray als senior WOZ-taxateur. In deze functie kreeg ik de gelegenheid om me verder te ontwikkelen, maar toen Venray zich voor de uitvoering van de WOZ-werkzaamheden mogelijk zou gaan aansluiten bij BsGW, werd de reisafstand een breekpunt. Tijd voor de overstap naar de gemeente Buren in 2014. Daar werd ik teamleider WOZ / Belastingen, een nieuwe uitdaging dichter bij huis. Toen een heerlijk huis in Twello op het pad kwam, werd het tijd voor ook een nieuwe werkuitdaging. Zo startte ik als strategisch adviseur bij  GBTwente voor de tien aangesloten gemeenten. In deze functie kwam ik verder af te staan van de WOZ. Maar na de geboorte van Thijs in 2020 en door de omstandigheden als gevolg van corona, vroeg ik mij af: “wat wil ik nu”? En toen kwam de vacature van senior inspecteur bij de Waarderingskamer voorbij."

Dus is onze vervolgvraag: Maartje, wat wil jij in het WOZ-domein toevoegen?

"Ik ben altijd geïnteresseerd hoe een ander/collega zaken aanpakt en daarom wil ik samen bouwen aan het WOZ-domein, met een open en enthousiaste houding van mijn kant."

Maartje, hoe zie je jezelf als inspecteur?

"Ik wil meer zijn dan een strenge inspecteur op afstand. Samen werken waar het kan en controleren wanneer het moet, past veel meer bij mij. Gelukkig past dat ook goed bij de filosofie van de Waarderingskamer."

Is er tot slot nog iets wat je met onze lezers wil delen?

 "In de korte tijd dat ik hier werk, is er al sprake van een goede samenwerking. Er was een hartelijk welkom en ik heb de tijd gekregen om me de werkzaamheden eigen te maken. Er is oprechte interesse in de mens achter de collega en dat maakt dat ik echt zin heb om aan de slag te gaan!"

Opleverdocument overgang gebruiksoppervlakte

Vanaf 1 januari 2022 moeten alle gemeenten de gebruiksoppervlakte gebruiken voor de WOZ-taxaties naar de waardepeildatum 1 januari 2021. Voor ongeveer 250 gemeenten (totaal ongeveer 60% van de woningen in Nederland) zal deze waardepeildatum ook de eerste keer zijn dat de WOZ-taxaties gebaseerd zijn op de gebruiksoppervlakte. De meeste van deze gemeenten zijn nu bezig met het controleren en registreren van deze gebruiksoppervlakten van (WOZ-deelobjecten bij) woningen. Veelal heeft men ook 2021 nog nodig hebben om de overgang te maken en te zorgen dat de gebruiksoppervlakten in de WOZ-administratie voldoen aan de eisen. Belangrijk is dat men ook voldoende tijd heeft om het taxatiemodel opnieuw in te richten, want dat vergt bij een eerste keer op basis van de gebruiksoppervlakte natuurlijk ook extra aandacht en extra controles.

Wanneer de gebruiksoppervlakte op adequate wijze (per WOZ-deelobject) is geregistreerd in de WOZ-administratie is het wenselijk om eerst een oordeel te vormen over de kwaliteit van deze oppervlaktegegevens, voordat men daadwerkelijk het taxatiemodel gaat inrichten. Deze kwaliteitsmeting kan in beginsel gedaan worden net als een reguliere kwaliteitsmeting van objectkenmerken aan de hand van het beoordelingsprotocol objectkenmerken. Een dergelijke kwaliteitsmeting aan de hand van dit beoordelingsprotocol staat helemaal los van de werkzaamheden die zijn gedaan bij de inwinning en controle van de oppervlakte.

Maar omdat de geregistreerde gebruiksoppervlakte voorkomen uit een inwinproject waarin in de regel meerdere vormen van meten van de gebruiksoppervlakte zijn gebruikt en deze verschillende meetmethoden ook zijn gebruikt om de kwaliteit te waarborgen, doet een reguliere controle aan de hand van het beoordelingsprotocol geen recht aan het feit dat al veel controles zijn gedaan. Daarom is het logischer om voor deze eindcontrole van de te gebruiken gebruiksoppervlakten niet te werken aan de hand van het generieke "beoordelingsprotocol objectkenmerken", maar aan de hand van het speciaal hiervoor opgestelde "opleverdocument".

Met het opleverdocument (versie 31 maart 2021) (206 kB) kan beoordeeld worden of in het uitgevoerde project inderdaad voldoende controles waren opgenomen om te waarborgen dat de gebruiksoppervlakten voldoen aan de kwaliteitseisen. Omdat natuurlijk uit deze beoordeling naar voren kan komen dat aanvullende controles en mogelijke aanpassing van geregistreerde oppervlakten noodzakelijk zijn, is het belangrijk om niet te laat te starten met de beoordeling aan de hand van het opleverdocument.

Een oordeel over de kwaliteit van de gebruiksoppervlakten is belangrijk om met vertrouwen te starten aan het inrichten van het taxatiemodel. Maar de omschakeling naar het taxeren van woningen op basis van de gebruiksoppervlakte was er ook op gericht om de gegevens in de WOZ-taxaties en in de  BAG beter op elkaar af te stemmen en ook de in de BAG geregistreerde oppervlakten beter in overeenstemming te brengen met de werkelijkheid. Dat betekent dat de oppervlakten die in het taxatiemodel gebruikt gaan worden ook op één of andere wijze in de BAG opgenomen moeten gaan worden. Daarom is het raadzaam om de beoordeling van de kwaliteit van de gebruiksoppervlakten aan de hand van het opleverdocument zowel te doen van het perspectief van de WOZ-taxaties als het perspectief van de BAG. Wanneer de BAG en de WOZ niet in dezelfde afdeling worden bijgebouwen en/of de overgang niet is uitgevoerd als een samenwerkingsproject, is het belangrijk om in ieder geval de BAG-beheerder te betrekken bij de beoordeling aan de hand van het opleverdocument.

Aan de hand van de gebruikservaringen zal het gepubliceerde opleverdocument de komende periode mogelijk nog aangepast worden. Suggesties voor verbetering kunt u richten aan info@waarderingskamer.nl .

Afscheid Jos de Blieck na ruim vijf jaar in de Waarderingskamer

Jos de Blieck

Naast de medewerkers van  de Waarderingskamer is er ook een bestuur. Eén van de leden van dit bestuur en vertegenwoordiger voor het ministerie Van Financiën/de Belastingdienst, Jos de Blieck, heeft afgelopen maart afscheid genomen. Jos de Blieck is ruim vijf jaar lid geweest van de Waarderingskamer.

De redactie heeft Jos naar zijn ervaringen gevraagd als lid van de Waarderingskamer, maar ook gevraagd naar zijn visie op de toekomst van de waardering van onroerende zaken vanuit zijn nieuwe functie bij de Belastingdienst.

Namens de Belastingdienst, als afnemer van de gegevens uit de basisregistratie WOZ, heb jij jarenlang zitting gehad in het bestuur van de Waarderingskamer. Hoe heb je deze periode ervaren? Waarom vind je het belangrijk om als vertegenwoordiger van de Belastingdienst aan tafel te zitten bij de Waarderingskamer? Zijn er momenten geweest die in jouw ogen cruciaal zijn geweest voor de doorontwikkeling van de WOZ tot een breed gebruikte basisregistratie?

"Ik heb de tijd waarin ik deel uitmaakte van de Waarderingskamer als nuttig ervaren. Eerlijk gezegd ging er ook een nieuwe wereld voor mij open. Natuurlijk, krijg ook ik  jaarlijks een WOZ-beschikking en als fiscalist wist ik dat die onder meer van belang is voor het berekenen van, het eigenwoningforfait van je eigen woning, maar wat er allemaal achter de schermen gebeurde om elk jaar correcte WOZ-waarden te genereren en wat de rol van de Waarderingskamer daarin was, dat was mij minder bekend. Gelukkig wordt iemand die nieuw is in de Waarderingskamer meteen goed ingewerkt, al was het maar door de dikke vergaderbundels met bij elk agendapunt een heldere oplegnotitie en al het andere goede werk dat het secretariaat verricht.

Ik heb ervaren dat het zinvol is dat het bestuur van de Waarderingskamer bestaat uit de afnemers van de WOZ-waarde ten behoeve van de heffing van belastingen, aangevuld met ter zake kundige adviseurs. Op deze manier is de Belastingdienst direct betrokken bij de besluitvorming omtrent de uitvoering van de Wet WOZ. Een goede kwaliteit van de WOZ-gegevens is voor de Belastingdienst van groot belang. Ze worden immers gebruikt in de vooraf ingevulde aangifte inkomensheffing (VIA,) maar ook in andere processen van de dienst, zoals voor de verhuurdersheffing."

Welke beslissingen die de afgelopen jaren in de Waarderingskamer zijn genomen, zijn essentieel om naar de toekomst toe bij een doorontwikkeling naar een nog beter samenhangend stelsel van basisregistraties te behouden?

"Er zijn, denk ik, enkele cruciale momenten geweest voor de doorontwikkeling van de WOZ tot een breed gebruikte basisregistratie. In de eerste plaats is dat de totstandkoming van de Landelijke Voorziening WOZ, die sinds een jaar of drie volledig gevuld is, die ervoor gezorgd heeft dat afnemers heel gestructureerd de WOZ-gegevens ontvangen en die breder gebruik van de WOZ-waarde (door aangewezen bestuursorganen en derden) faciliteert.

In de tweede plaats is dat het opstarten van de strategische discussie over de WOZ-basisregistratie en de positie van die registratie ten opzichte van andere geo-basisregistraties, gevolgd door het advies van de heer Van Zwol ter zake, die ervoor heeft gezorgd dat de doorontwikkeling van de WOZ-basisregistratie in het geheel van geo-registraties wordt opgepakt. Dit proces is nog niet afgerond. Er speelt nog genoeg rond financiering en toezicht, maar er is naar mijn mening een noodzakelijke weg ingeslagen die zeker tot voordelen gaat leiden. 

Verder vind ik de ingebruikname van het WOZ-waardeloket per 1 oktober 2016 noemenswaardig gezien de bijdrage die dat loket levert aan het bredere draagvlak voor de WOZ-waarde."

In je nieuwe rol als plaatsvervangend Directeur-Generaal bij de Belastingdienst blijf je in nauw contact met een belangrijke basis voor inning van belasting: te weten de waardebepaling van onroerende zaken. Welke tips geef jij vanuit jouw deskundigheid en betrokkenheid graag mee? Aan gemeenten als bronhouders en aan de Waarderingskamer?

"De WOZ-waarde wordt steeds breder gebruikt, niet alleen voor de belastingheffing.  Ik zou de gemeenten als bronhouders van de WOZ-waarden willen meegeven in te blijven zetten op een objectieve, transparante en controleerbaar vastgestelde WOZ-waarde. Ook wil ik aandacht vragen voor de behandeling van bezwaren tegen de WOZ-beschikking. Telefonisch contact bij de behandeling kan als prettig worden ervaren, maar mag nooit ten koste gaan van de rechtsbescherming van belanghebbenden. De hoeveelheid werk die het secretariaat al die jaren heeft verzet, getuigt van gedrevenheid en betrokkenheid. Het secretariaat zou ik dan ook willen meegeven: houdt dat vast. De leden van de Waarderingskamer zullen het secretariaat dankbaar blijven."

Kennismakingsgesprek samenwerkingsverband GBTwente

bezoek GBTwente

In de afgelopen periode heeft Linda Hennink samen met collega's Marco Kuijper en Ivo Lechner een aantal gemeenten en samenwerkingsverbanden bezocht om kennis te maken met het WOZ-werkveld. De bedoeling van deze werkbezoeken was niet alleen kennis maken. Voor de Waarderingskamer was het ook belangrijk om informatie bij onze stakeholders op te halen over actuele WOZ-onderwerpen en input voor lopende discussies of voor mogelijke optimalisatie van de WOZ-uitvoering en het toezicht daarop.

Eén van de samenwerkingsverbanden die door Linda en Marco zijn bezocht is GBTwente in Hengelo.

Tijdens het werkbezoek is ook de problematiek rond de WOZ-bezwaren en het belang van een zorgvuldige, maar ook snelle en doelmatige afhandeling daarvan besproken. Ronny Tijink en Bart Lassche hebben uitgelegd hoe GBTwente vormgeeft aan hun visie op dienstverlening met betrekking tot de WOZ-bezwaarschriften.

GBTwente heeft in 2021 een werkwijze ingevoerd om op een laagdrempelige manier contact met haar inwoners tot stand te brengen. Het streven was dat het voor een belanghebbende eenvoudiger zou moeten zijn om contact op te nemen met GBTwente dan om een no-cure-no-pay-bureau in te schakelen om bezwaar te maken. Daarom hebben zij naar alle inwoners die een WOZ-waarde kregen, een persoonlijke brief geschreven met op die brief ook een unieke QR-code. Met deze QR-code komt de inwoner op een vooraf ingevuld webformulier en kan hij/zij in twee stappen contact leggen met GBTwente en/of bezwaar maken.

Net als de medewerkers van GBTwente zijn we natuurlijk zeer benieuwd wat dit betekent voor de contacten met belanghebbenden, maar zeker ook voor de formele bezwaren (al dan niet op basis van no cure no pay). We spraken met Ronny en Bart af dat zij ons ook via dit WOZ-journaal op de hoogte houden van hun ervaringen.

Kwaliteitsmeting stelsel van basisregistraties

De WOZ-waarde ligt vast in de Basisregistratie WOZ die voor geautoriseerde gebruikers raadpleegbaar is via de Landelijke Voorziening WOZ. Deze basisregistratie staat niet op zich. De Basisregistratie WOZ is nauw verbonden met de BAG (welke panden en verblijfsobjecten horen bij een WOZ-object?), de BRK (welke kadastrale percelen en appartementen horen bij een WOZ-object?) en het Handelsregister en de BRP (wie hebben de WOZ-beschikkingen gekregen?).

Maar ook andere basisregistraties binnen het stelsel zijn met elkaar verbonden. Voor de vijfde maal heeft het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) een kwaliteitsmeting gedaan naar de onderlinge verbanden tussen de basisregistraties in het stelsel. Worden de BAG-gegevens wel correct gebruikt bij het aanduiden van woonadressen van personen? Bestaat het kadastrale perceel waar een WOZ-object naar verwijst wel?

De resultaten van de kwaliteitsmeting zijn per relatie en per bronhouder (gemeente) gepubliceerd op de site van het CBS: dashboard meting kwaliteit samenhang basisregistraties.

Uit de meting komt naar voren dat koppelingen veelal een goede kwaliteit hebben, maar dat er ook ruimt is voor verbetering. Het dashboard is zowel interessant voor gebruikers van de basisregistraties om een beeld te hebben van de kwaliteit van de gegevens die men gebruikt uit de basisregistraties. Het dashboard is zeker ook van belang voor bronhouders, omdat het hen helpt bij het verder optimaliseren van de kwaliteit van de registratie. Het dashboard biedt daarmee een nuttig instrument om actief bezig te zijn met de kwaliteit van de basisregistratie waarvoor men bronhouder is.