Onderzoek aansluiting WOZ-waarden op marktniveau

Hoofd- en deelvragen

Het onderzoek onderzoek de volgende hoofd- en deelvragen:

Hoofdvraag
In hoeverre sluiten de WOZ-waarden van woningen in Nederland, voor de waardepeildata 1 januari 2018 tot en met 1 januari 2022, aan op het marktniveau in dezelfde periode (transacties van 1 januari 2017 tot en met 31 december 2022)?

Deelvragen
a. In hoeverre worden WOZ-waarden van verkochte particuliere woningen in deze periode getaxeerd op het marktniveau? Dit betreft woningen die in de genoemde periode zijn verkocht, zodat er een directe vergelijking met transactieprijzen mogelijk is.

b. In hoeverre is er sprake van een scheefheid in de aansluiting van de WOZ-waarden op het marktniveau? Deze vraag wordt beantwoord door te onderzoeken of er systematische over- of onderwaarderingen voorkomen.

c. In hoeverre worden WOZ-waarden van niet-verkochte woningen in deze periode getaxeerd op het marktniveau?

Conclusies uit het rapport

In het rapport komen de volgende conclusies naar voren:

• Er is voldoende bewijs om aan te nemen dat de WOZ-waarden van verkochte woningen een goede weergave zijn van de marktwaarde (verkoopprijzen) voor de WOZ-waarden naar de waardepeildata van 2018 tot en met 2022.
• Voor alle jaren, behalve 2022, in de studie is er geen sprake van een indicatie van verticale ongelijkheid (scheefheid) bij de verkochte woningen volgens de internationaal aanvaarde criteria voor scheefheid. De scheefheid die zichtbaar is, valt binnen de internationaal vastgestelde normen. Hierbij wordt wel extra aandacht gevraagd voor de taxaties naar de laatste waardepeildatum in de studie.
• Bij de vergelijking voor de onderlinge waardeverhoudingen tussen de verkochte en onverkochte woningen is gebruik gemaakt van een landelijk controlemodel. De uitkomsten van deze vergelijking wijzen op een lichte onderwaardering van de onverkochte woningen. Het is echter noodzakelijk om te wijzen op de tekortkomingen van het controlemodel door het gebrek aan objectkenmerken in de omgeving waar het onderzoek is uitgevoerd. Hierdoor is het signaal van mogelijk onderwaardering niet statistisch bewezen. Daarom het advies om het onderzoek binnenkort te herhalen in een omgeving waar beschikt kan worden over een bredere set objectkenmerken.