Gebruik WOZ-waarde niet-woningen

In het kort

De WOZ-waarde voor bedrijven en instellingen (niet-woningen) wordt door verschillende organisaties gebruikt voor het opleggen van belastingen.

Op deze pagina vindt u een uitleg over welke belastingen voor niet-woningen er worden bepaald op basis van de WOZ-waarde.

WOZ-waarde is grondslag voor onroerendezaakbelasting (OZB)

Onroerendezaakbelasting (OZB) is een gemeentelijke belasting. Wie op 1 januari van een jaar een bedrijfspand (niet-woning) in eigendom heeft of gebruikt, moet belasting betalen. Bij woningen betreft dit alleen de eigenaar.
Elk jaar stelt de gemeente het tarief voor de onroerendezaakbelasting opnieuw vast. Dit tarief wordt vermenigvuldigd met de WOZ-waarde van woningen of niet-woningen om te bepalen hoeveel OZB u moet betalen. Er worden jaarlijks drie tarieven vastgesteld door de gemeenteraad:
  • tarief voor de eigenaren van woningen
  • tarief voor de eigenaren van niet-woningen
  • tarief voor de gebruikers van niet-woningen

Als u bijvoorbeeld eigenaar bent van een winkel en deze zelf gebruikt, betaalt u zowel de OZB voor eigenaren als de OZB voor gebruikers.

Rekenvoorbeeld

Stel u bent zowel eigenaar als gebruiker van een winkelpand met een WOZ-waarde van €500.000. Het door de gemeenteraad vastgestelde tarief voor eigenaren niet-woningen is bijvoorbeeld 0,27% en het gebruikerstarief niet-woningen is 0,21%.

U betaald als eigenaar €500.000 * 0,27/ 100 = €1350 aan onroerendezaakbelasting voor dat jaar. Als gebruiker betaalt u €500.000 * 0,21 / 100 = €1050 euro aan onroerendezaakbelasting voor dat jaar. In totaal komt dit neer op een bedrag van €2400.

OZB bij gemengde objecten

Voorbeelden van gemengde objecten zijn woon-winkelpanden, praktijkwoningen of agrarische objecten.

Ga naar OZB voor gemengde objecten

Beperking afschrijving bij bepaling fiscale winst

Voor het bepalen van de fiscale winst kan afgeschreven worden op gebouwen. Afschrijven is alleen mogelijk als de fiscale boekwaarde hoger is dan de bodemwaarde. De bodemwaarde is afhankelijk van de WOZ-waarde.

- Bij bedrijfspanden die verhuurd worden, is de bodemwaarde gelijk aan de WOZ-waarde.

- Bij bedrijfspanden die het bedrijf in eigen gebruik heeft, is vanaf belastingjaar 2024 de bodemwaarde ook gelijk aan de WOZ-waarde. In voorgaande jaren was de bodemwaarde voor deze categorie onroerende zaken 50% van de WOZ-waarde.

De bodemwaarde is geregeld in artikel 3.30a van de Wet inkomstenbelasting 2001 , en artikel 8 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969. Voor meer informatie kunt u terecht bij de belastingdienst.

Bijtelling privégebruik woning bij winst uit onderneming

Wanneer iemand in een pand woont dat zijn hoofdverblijf is en dat geheel tot het ondernemingsvermogen behoort, dan moet het eigenwoningforfait bij de winst worden geteld. Het kan ook gaan om een pand dat de onderneming huurt en dat deels als woning gebruikt wordt. In dat geval wordt een bedrag bij de winst geteld als privé-onttrekking, oftewel het woongenot. Ook dit bedrag is een percentage van de WOZ-waarde. Deze bijtelling is geregeld in artikel 3.19 van de Wet inkomstenbelasting 2001.

Bij gemengde panden is de waarde van het woondeel van belang voor de inkomstenbelasting

In een aantal gevallen komt het pand waarvoor de WOZ-waarde is vastgesteld niet overeen met het pand dat voor de inkomstenbelasting van belang is. Dit komt vooral voor bij boerderijen, woonwinkelpanden en woningen met praktijk of kantoor aan huis. Het woongedeelte is maar een deel van de boerderij of het woonwinkelpand. In die gevallen is voor de inkomstenbelasting alleen de waarde van het woongedeelte van belang. Om de waarde van het woongedeelte te achterhalen kunt u het taxatieverslag raadplegen. Vaak staat de waarde van het woondeel hierop apart vermeld.

Voor meer informatie kunt u ook terecht bij de belastingdienst.

Bedrijveninvesteringszone

Bij een bedrijveninstesteringszone (BIZ) wordt er gemeenschappelijk geïnvesteerd in de omgeving via een BIZ-bijdrage

Een bedrijveninvesteringszone (BI-zone) is een bedrijventerrein of winkelgebied, waarbinnen ondernemers gezamenlijk investeren in activiteiten in de openbare ruimte. Alle ondernemers binnen dit gebied betalen mee aan een gemeentelijke heffing om activiteiten mee te financieren (de zogenoemde BIZ-bijdrage). De gemeente stelt de opbrengst van de BIZ-bijdrage volledig ter beschikking aan de vereniging of stichting die de activiteiten uitvoert, zoals het veiliger of aantrekkelijker maken van een winkelgebied of bedrijventerrein.

BIZ-bijdrage is een vorm van belastingheffing en is verplicht

De BIZ-bijdrage is een vorm van belastingheffing, waarbij de belastingplichtigen zelf beslissen of ze de belasting wel of niet willen invoeren. Als er voldoende draagvlak is onder de ondernemers in het gebied, dan moeten volgens de wet alle ondernemers verplicht meebetalen aan deze heffing. De BIZ-bijdrage kan naast de OZB-heffing worden ingesteld en kan op twee verschillende manieren plaatsvinden: - een heffing op basis van een vast bedrag per bedrijf binnen het gebied; - een heffing op basis van de waarde van elk bedrijfspand binnen het gebied. Hierbij kan het tarief voor verschillende categorieën niet-woningen verschillend worden vastgesteld waarbij onder andere de vestigingslocatie, bestemming, de branche of sector maar ook het belang bij de activiteiten in aanmerking kan worden genomen. De BIZ-bijdrage is geregeld in de Wet op de bedrijveninvesteringszones.

De WOZ-waarde kan de heffing voor de BIZ bepalen

Wanneer het te betalen bedrag voor de BIZ wordt bepaald op basis van de waarde van elk bedrijfspand in het gebied, dan wordt de WOZ-waarde hiervoor gebruikt.

Soorten watersysteemheffing

Naast de zuiveringsheffing heft een waterschap drie verschillende vormen van de watersysteemheffing:

  • de watersysteemheffing gebouwd;
  • de watersysteemheffing ongebouwd
  • de watersysteemheffing ingezetenen

Eigenaren van gebouwde objecten zoals woningen, maar ook bedrijfspanden betalen de watersysteemheffing. Het te betalen bedrag wordt bepaald door de WOZ-waarde te vermenigvuldigen met het door het waterschap vastgestelde tarief. We spreken van een gebouwd object als het object een gebouw of een gedeelte van een gebouw is. Ook wanneer het object een bestaat uit een stuk grond met daarop één of meer gebouwen (bijvoorbeeld een sportveld met een clubgebouw) is sprake van een gebouwd object.

Eigenaren van onbebouwde grond, zoals een weiland, betalen watersysteemheffing ongebouwd. De hoogte hangt af van de oppervlakte van de grond. In sommige gevallen, zoals bij een boerderij, moet u voor een object zowel de watersysteemheffing gebouwd als ongebouwd betalen. Dit is alleen het geval wanneer bij het bepalen van de WOZ-waarde de grond niet is meegetaxeerd. Dit is vooral het geval bij agrarische objecten, omdat daar de cultuurgrond niet wordt meegenomen in de WOZ-waarde. U betaalt de watersysteemheffing gebouwd op basis van de WOZ-waarde en de watersysteemheffing ongebouwd op basis van de oppervlakte van de grond die niet is meegenomen in de WOZ-waarde.

Bij 'watersysteemheffing ingezetenen' wordt er belasting betaald, omdat u inwoner bent. Het maakt niet uit of u huurder of eigenaar bent, als u ingeschreven staat in een woning, betaalt u deze belasting. Dit is een vast bedrag per woonruimte. Ook een gemengd pand (bedrijfspand waarin tevens wordt gewoond) geldt hierbij als woonruimte.