Hoofdstuk 7 - Openbare en niet-openbare WOZ-gegevens

7.1 Openbaarheid WOZ-waarden van woningen
-
Er is geen beperking van het gebruik van de WOZ-waarden die belanghebbende ontleent aan het WOZ-waardeloket. Het WOZ-waardeloket en de openbaarheid van de WOZ-waarden van woningen zijn gericht op het vergroten van de transparantie van de WOZ-waardering met het oog op het bieden van controlemogelijkheden voor belanghebbenden. Maar belanghebbenden mogen het WOZ-waardeloket ook voor andere doeleinden gebruiken.
Iedereen kan de WOZ-waarden van andere woningen inzien. Openbaarheid van woningwaarden wil echter niet zeggen dat bestuursorganen, professionele of commerciële partijen die WOZ-waarden zomaar voor alle doelen mogen gebruiken.
Een derde partij gebruikt de WOZ-waarde ‘uitsluitend bij de uitoefening van de hem verleende bevoegdheid’ (artikel 40a lid 2 Wet WOZ). De toegestane doeleinden voor dit gegeven zijn wettelijk vastgelegd in het Besluit kostenverrekening en gegevensuitwisseling Wet WOZ. De toegestane doeleinden of in andere woorden de formele autorisatie voor gebruik van de WOZ-waarden en WOZ-gegevens hoeft zich daarbij niet te beperken tot de WOZ-waarden van woningen en de overige gegevens in het WOZ-waardeloket. De formele autorisatie van gebruik van de WOZ-waarden en WOZ-gegevens autoriseert de aangewezen partij ook om de bij de specifieke autorisatie genoemde WOZ-waarden en/of WOZ-gegevens te ontlenen aan de Landelijke Voorziening WOZ (LV WOZ).
Ook volgt uit de Wet WOZ dat nieuw gebruik van de gegevens in het WOZ-waardeloket, zoals verstrekking van een bestand met grote aantallen WOZ-waarden van woningen (bulkverstrekking), eerst in een algemene maatregel van bestuur geregeld moet worden (artikel 40a lid 3 Wet WOZ). Nu deze algemene maatregel van bestuur nog niet is vastgesteld, is bulkverstrekking uit het WOZ-waardeloket en daarmee ook het massaal en/of geautomatiseerd onttrekken van gegevens aan het WOZ-waardeloket (nog) niet toegestaan.
Bron 1:
Artikel 40a Wet WOZ (nadere regels nodig voor gebruik derden)
Bron 2:
Artikel 40b lid 1 Wet WOZ (openbaarheid via het WOZ-waardeloket)
Bron 3:
Artikel 40b lid 2 Wet WOZ (nadere regels nodig voor “bulkverstrekking”)
Bron 4:
Hoofdstuk 4 Uitvoeringsbesluit kostenverrekening en gegevensuitwisseling Wet WOZ
-
Het WOZ-waardeloket dient als centrale plaats waar geïnteresseerden de WOZ-waarden van woningen in alle gemeenten kunnen inzien. Dit is geregeld in artikel 40b lid 1 Wet WOZ.
Voor het verstrekken van WOZ-waarden van woningen op andere wijze, bijvoorbeeld in bulk of in andere elektronische vorm, moet men voldoen aan de eisen die worden vastgelegd in een algemene maatregel van bestuur. Deze algemene maatregel van bestuur is echter nog niet vastgesteld en daarom is nu nog uitsluitend bekendmaking via het WOZ-waardeloket toegestaan. Het verstrekken van bestanden met grote aantallen WOZ-waarden (bulkverstrekking) en daarmee ook het massaal en/of langs elektronische weg onttrekken van gegevens aan het WOZ-waardeloket is op dit moment nog niet toegestaan. Om een grootschalige opvraag van gegevens te voorkomen is het aantal raadplegingen per minuut beperkt.
Bron 1:
Artikel 40a Wet WOZ (nadere regels nodig voor gebruik derden)
Bron 2:
Bron 3:
Artikel 40b lid 2 Wet WOZ (nadere regels nodig voor “bulkverstrekking”)
-
Als criterium voor het tonen van de WOZ-waarde van een onroerende zaak op het WOZ-waardeloket, geldt dezelfde definitie voor “woning” als bij het bepalen van het tarief voor de onroerendezaakbelastingen. Dus wanneer een WOZ-object in de onroerendezaakbelastingen wordt aangeslagen op basis van het “woningtarief” is de WOZ-waarde van die onroerende zaak ook zichtbaar in het WOZ-waardeloket.
Dit betekent dat wanneer van een onroerende zaak 70% of meer van de waarde wordt gevormd door delen die bestemd zijn voor wonen of dienstbaar zijn aan woondoeleinden, dat de WOZ-waarde van die onroerende zaak dan zichtbaar zal zijn in het WOZ-waardeloket.
Het feit of een onroerende zaak al dan niet voldoet aan dit criterium wordt door gemeenten vastgelegd in de Basisregistratie WOZ (LV WOZ) door middel van de gebruikscode. Alle onroerende zaken die worden geregistreerd met een gebruikscode “10”, “11” of “12” voldoen aan dit criterium en de waarde van deze onroerende zaken worden getoond op het WOZ-waardeloket.
Bron 1:
7.2 Beoordeling van gerechtvaardigd belang
-
Nee. Wanneer iemand verzoekt om de WOZ-waarde van een woning hoeft een gemeente deze niet te verstrekken. De WOZ-waarden van woningen zijn immers openbaar en eenieder kan deze WOZ-waarden zelf raadplegen via het WOZ-waardeloket.
De gemeente verstrekt de WOZ-waarde van een niet-woning alleen als de verzoeker kan aantonen dat diegene een gerechtvaardigd belang heeft om een waardegegeven van die onroerende zaak te verkrijgen. Hieronder valt het belang van een belanghebbende om te toetsen of gelijke gevallen gelijk behandeld worden en of voldoende met onderlinge verschillen rekening is gehouden. Daarvoor kan men de waarde van de eigen onroerende zaak vergelijken met de waarde van enkele andere objecten.
Bron 1:
-
Ja. Dit kan als de verzoeker een gerechtvaardigd belang heeft bij verstrekking van deze waarden. Per waardepeildatum moet de verzoeker aantonen dat een gerechtvaardigd belang te hebben.
De WOZ-waarden van woningen zijn openbaar vanaf waardepeildatum 1 januari 2014 en te raadplegen op het WOZ-waardeloket.
Bron 1:
-
Mensen kunnen de WOZ-waarde van enkele andere vergelijkbare objecten opvragen als men daarbij een gerechtvaardigd belang heeft.
Met het begrip “gerechtvaardigd” wordt de belangenafweging uitgedrukt die de gemeente moet maken. De gemeente weegt de belangen van de verzoeker af tegen de belangen, zoals geheimhouding van concurrentiegevoelige gegevens, van degenen van wie de gegevens worden verstrekt.
-
Ja. De verzoeker mag zelf bepalen van welke objecten (niet-woningen) diegene de WOZ-waarde wil ontvangen. Voor deze objecten zal men moeten aantonen een gerechtvaardigd belang te hebben bij het verkrijgen van de WOZ-waarde.
-
Ja. Bij niet-woningen zijn er doorgaans grotere verschillen tussen objecten dan bij woningen. De belanghebbende moet kunnen controleren of gelijke gevallen gelijk behandeld worden en of onderlinge verschillen op correcte wijze zijn verwerkt. De gemeente weegt de belangen van de verzoeker af tegen de belangen (geheimhouden concurrentiegevoelige gegevens) van degenen van wie die gegevens worden verstrekt.
-
Ja. Dit moet wel gemotiveerd worden. Voor de motivering kan gebruik gemaakt worden van een standaardformulering. De motivering kan bijvoorbeeld zijn:
- dat de belanghebbende niet heeft aangetoond dat er belang is bij het verkrijgen van het gevraagde gegeven;
- dat de gemeente meer gewicht toekent aan het belang van het geheimhouden van concurrentiegevoelige gegevens dan aan het belang dat de verzoeker heeft bij de WOZ-waarde.
-
Tegen het niet verstrekken van de gevraagde gegevens bestaat in beginsel geen afzonderlijke rechtsbescherming. De wet voorziet er niet in dat deze weigering een voor bezwaar vatbare beschikking is. De weigering heeft immers geen directe rechtsgevolgen voor de verzoeker.
Het niet-verstrekken van de gegevens kan wel meegewogen worden in de beoordeling van een bezwaar- en beroepsprocedure tegen de vastgestelde WOZ-waarde.
In de uitspraak op het bezwaarschrift tegen de WOZ-beschikking wordt dan de motivering waarom de opgevraagde WOZ-waarde niet wordt verstrekt, nader toegelicht. In een eventuele beroepsprocedure tegen de uitspraak op het bezwaarschrift tegen de WOZ-beschikking kan de belastingrechter dan ook de motivering toetsen waarom de gemeente de gevraagde WOZ- waarde niet heeft verstrekt.
Bron 1:
Hoge Raad 25 november 2016, ECLI:NL:HR:2016:2667
7.3 Onderbouwende gegevens
-
Nee. De gemeente mag die onderbouwende gegevens van andere panden niet verstrekken. In artikel 40 lid 2 Wet WOZ is geregeld dat een taxatieverslag van de vastgestelde waarde voor een bepaald object uitsluitend mag worden verstrekt aan de belanghebbende van dit object. Dit geldt voor taxatieverslagen en onderbouwende gegevens van woningen en van niet-woningen.
In het eigen taxatieverslag staan de objectkenmerken van de woningen waarmee wordt vergeleken en waarvan de transactiecijfers zijn vermeld. Via het WOZ-waardeloket kan iedereen de WOZ-waarden en enkele belangrijke objectkenmerken van andere vergelijkbare woningen bekijken.
Ook kan iemand verzoeken om de gegevens die ten grondslag liggen aan de eigen WOZ-taxatie. De taxatieverslagen van derden bevatten onderbouwende gegevens van andermans objecten en worden niet beschouwd als “aan de (eigen) taxatie ten grondslag liggende gegevens”.
Bron 1:
7.4 Basisregistratie WOZ en afnemers
-
Afnemers zijn de bestuursorganen die op grond van een wettelijk voorschrift bevoegd zijn de WOZ-waarde of WOZ-afbakening te gebruiken. De gegevens mogen alleen worden gebruikt voor het doel waarvoor ze zijn verkregen. Dit doel is vastgelegd bij de formele vastlegging van de autorisatie.
De gemeenten, de waterschappen en de Belastingdienst zijn in de te onderscheiden heffingswetten bevoegd verklaard om de WOZ-waarden te gebruiken. Zij kunnen de WOZ-waarden gebruiken voor het doel belastingheffing. Daarnaast zijn de volgende bestuursorganen in artikel 10 van het Uitvoeringsbesluit kostenverrekening en gegevensuitwisseling Wet WOZ als afnemers van WOZ-waarden aangewezen:
- Notarissen, ten behoeve van de bestrijding van vastgoedcriminaliteit;
- Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), voor de vaststelling van de belastingcapaciteit voor de uitkering uit het gemeentefonds en voor verdere statistische toepassingen;
- Het Bureau ontnemingswetgeving van het Openbaar Ministerie, om zicht krijgen op de waarde van in beslag genomen onroerende zaken;
- De Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, voor de beoordeling van verkoopprijzen bij een voorgenomen verkoop van woningen door toegelaten instellingen;
- Staatsbosbeheer, om de WOZ-waarden te gebruiken bij uitgifte en vernieuwing van erfpachtrechten;
- De Huurcommissie, die de WOZ-waarden gebruikt bij de beoordeling van een correcte uitvoering van het woningwaarderingsstelsel;
- De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), voor de analyses van de variabelen voor het energielabel;
- Het Instituut Mijnbouwschade Groningen, ten behoeve van de vaststelling van de waarde van onroerende zaken in de provincies Groningen, Drenthe en Friesland voor de uitvoering van de Tijdelijke wet Groningen;
- de Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland, voor de vaststelling van de waarde van woningen in die provincie voor zover noodzakelijk voor de uitoefening van de Subsidieregeling lokale initiatieven energietransitie Zuid-Holland 2017;
- de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, voor de behandeling en betaling van de zakelijke lasten en gebruikerslasten met betrekking tot onroerende zaken waarvan de Staat eigenaar of gebruiker is;
- Het college van burgemeester en wethouders, voor uitvoering van de wettelijke taken en bevoegdheden in de Huisvestingswet 2014 en de Wet goed verhuurderschap, voor zover deze zien op het bestrijden van onevenwichtige en onrechtvaardige effecten van schaarste aan woonruimte en het behoud van de leefbaarheid in relatie tot woonruimte.
- Daarnaast is de Autoriteit Consument en Markt aangewezen als gebruiker van de afbakening van de WOZ-objecten, omdat deze afbakening van belang is voor het vaststellen van een aansluiting in het kader van de Gaswet en de Elektriciteitswet.
In artikel 11 van het Uitvoeringsbesluit kostenverrekening en gegevensuitwisseling Wet WOZ zijn derden aangewezen die de WOZ-waarden van woningen voor aangewezen doeleinden mogen gebruiken. In dit kader zijn bijvoorbeeld banken en verzekeraars aangewezen, zodat zij financieringsaanvragen voor woningen kunnen toetsen ter voorkoming van hypotheekfraude, het NWWI in het kader van het valideren van woningtaxatierapporten in het kader van een financieringsaanvraag en instellingen als bedoeld in de Wet ter voorkoming van witwassen en financiering van terrorisme in het kader van cliëntenonderzoek.
Alle hiervoor genoemde afnemers van WOZ-waarden kunnen de WOZ-gegevens waarvoor men geautoriseerd is, verkrijgen via de Landelijke Voorziening WOZ.
Bron 1:
Bron 2:
Artikel 10 en 11 Uitvoeringsbesluit kostenverrekening en gegevensuitwisseling Wet WOZ
-
Zeer beperkt. Gebruik van de WOZ-waarden voor andere doeleinden dan belastingheffing of de doeleinden genoemd in artikel Uitvoeringsbesluit kostenverrekening en gegevensuitwisseling Wet WOZ is niet mogelijk. Naast belastingheffing staat het uitvoeringsbesluit nu uitsluitend het gebruik voor uitvoering van de Huisvestingswet en de Wet goed verhuurderschap toe. Dit betreft met nam het handhaven van de “opkoopbeschermining”.
Gebruik van vastgoedgegevens (zoals de objectkenmerken) voor andere doeleinden binnen de gemeente is wel mogelijk voor zover dat geen persoonsgegevens betreffen, omdat deze meestal ook niet uitsluitend voor de belastingheffing zijn verzameld.
Bron 1:
Bron 2:
Uitvoeringsbesluit kostenverrekening en gegevensuitwisseling Wet WOZ
7.5 Verhouding Wet WOZ en Wet open overheid
-
Artikel 40, 40a en 40b van de Wet WOZ regelen de (beperkingen rondom) gegevensverstrekking aan belanghebbenden en derden. Die bepalingen over de verstrekking van gegevens zijn een lex specialis (bijzondere wet) ten opzichte van de Woo. Dat betekent dat de voorschriften uit de Wet WOZ voorgaan op de bepalingen in de Woo. Dit brengt met zich mee dat een verzoek met een beroep op de Woo om gegevens die onder deze artikelen vallen, wordt beoordeeld op basis van deze artikelen. De Woo vindt dan geen toepassing.
De Woo regelt de openbaarheid van publieke informatie voor eenieder. De Wet WOZ regelt dat informatie over WOZ-objecten (woningen en niet-woningen) enkel worden verstrekt aan de belanghebbende zelf. Woo-verzoeken waarop de artikelen 40, 40a of 40b Wet WOZ van toepassing zijn, worden afgewezen omdat de regels uit de Wet WOZ voorrang hebben en die regels de openbaarmaking van WOZ-gegevens in de weg staan.
De rechtspraak gaat uit van een ruime reikwijdte van artikel 40 Wet WOZ. Ook als het gaat om gegevens die niet expliciet zijn benoemd in artikel 40 Wet WOZ, laat dit onverlet dat een verzoek beoordeeld moet worden aan de hand van de in die bepaling vervatte openbaarmakingsregeling. Zo vallen daaronder gegevens over het marktsegment van een woning, verkoopgegevens en relevante kenmerken van woningen die bij het waarderingsproces van de waarde van de woning zijn betrokken, het waarderingsmodel en de kengetallen van het model die door de gemeente zijn gebruikt bij de berekening van de WOZ-waarde. Die gegevens vallen daarmee niet onder de Woo.
Bron 1:
Bijlage Woo (uitzonderingen werking Woo, waaronder Wet WOZ)
Bron 2:
Rechtbank Den Haag 16 juli 2024, ECLI:NL:RBDHA:2024:12495
Bron 3:
Raad van State 23 december 2015, ECLI:NL:RVS:2015:3918
Bron 4:
Raad van State 20 juli 2022, ECLI:NL:RVS:2022:2053
-
Als met een beroep op de Woo wordt verzocht om gegevens die onder artikel 40 Wet WOZ vallen, dan moet het Woo-verzoek worden afgewezen. De gegevens kunnen niet openbaar worden gemaakt. Tegen de afwijzing (ongegrondverklaring) van het Woo-verzoek staan rechtsmiddelen open.
De gemeente moet een dergelijk verzoek om informatie wel aanmerken als een ‘artikel 40 Wet WOZ-verzoek’ en op basis daarvan beoordelen wat moet worden verstrekt. Het is belangrijk om aan de verzoeker goed uit te leggen hoe het verzoek in behandeling is genomen (afwijzing Woo-verzoek en besluit over WOZ-verzoek). Gegevensverstrekking aan de belanghebbende zelf kan vaak wel, terwijl het openbaar maken (verstrekken aan derden) van dezelfde gegevens niet is toegestaan.
Tegen een afwijzing van een verzoek om ‘WOZ-taxatiegegevens’ staat geen afzonderlijk bezwaar open. Het verstrekken van gegevens kan wel aan de orde komen in een procedure tegen de WOZ-beschikking.
Bron 1:
Raad van State 11 december 2013, ECLI:NL:RVS:2013:2326
Bron 2:
Raad van State 23 december 2015, ECLI:NL:RVS:2015:3918
-
Nee. De WOZ-waarden van niet-woningen vallen onder 40 lid 1 Wet WOZ. Dit artikel heeft voorrang op de bepalingen in de Woo. Verstrekking van WOZ-waarden van niet-woningen aan derden is niet mogelijk op grond van de Wet WOZ en de jurisprudentie.
Het belang van de organisatie om de achterban te kunnen informeren of het publieke belang van transparantie, zijn geen zelfstandige belangen als bedoeld in artikel 40 Wet WOZ. Dit is wel het geval als de vereniging als gemachtigde optreedt voor alle ondernemers waarvoor men de WOZ-waarden vraagt.
Bron 1:
Raad van State 17 september 2003, ECLI:NL:RVS:2003:AK4040
Bron 2:
Artikel 40 lid 2 Wet WOZ
-
Nee. Ook als het gaat om het taxatieverslag heeft de Wet WOZ voorrang op de bepalingen uit de Woo. De Raad van State heeft bepaald dat er ook in een dergelijk geval geen ruimte bestaat om af te wijken van de voorschriften in artikel 40 lid 2 Wet WOZ.
Bij het besluit tot afwijzing van het verzoek in het kader van de Woo overweegt het college van burgemeester en wethouders of de heffingsambtenaar dan dat de taxatieverslagen niet worden verstrekt, omdat de Wet WOZ daarvoor een bijzondere en specifieke regeling geeft en dat toetsing aan die regeling ertoe leidt dat de gegevens niet kunnen worden verstrekt.
Bron 1:
Raad van State 11 augustus 2004, ECLI:NL:RVS:2004:AQ6644
-
Ja. Als de indeling in waardegebieden is vastgelegd in een document en de lijst met de indeling in waardegebieden geen waardegegevens bevat die tot personen herleidbaar zijn. De waardegebieden zijn geen aan een individuele taxatie ten grondslag liggende gegevens. Als de waardegebieden al openbaar zijn (bijvoorbeeld opgenomen in het verantwoordingsdocument), hoeven zij niet opnieuw openbaar worden gemaakt.
Bron 1:
Raad van State 11 augustus 2004, ECLI:NL:RVS:2004:AQ6645